In onze teamtrajecten leggen we altijd veel nadruk op veiligheid. We leggen dan uit dat een veilig team medewerkers uitnodigt om bij te dragen, ook als ze daarmee de status quo uitdagen. Daardoor ontstaat er een omgeving waarin alles wat fout gaat een aanleiding is om samen te leren hoe het beter kan.
Dat wil niet zeggen dat zo’n omgeving altijd comfortabel voelt. Integendeel, zou ik zelfs zeggen: als elk overleg een vriendschappelijk onderonsje wordt, kan je je afvragen waartoe het overleg dient. Je kan je ook afvragen of alles wat gezegd dient te worden, wel gezegd wordt in zo’n comfortabele omgeving. Ik durft te gokken van niet.
In een team dat veilig is, daarentegen, worden ook die lastige gesprekken gevoerd. Een verpleegster die denkt dat een dokter een fout maakt, zegt hem dat – en ook al is dat geen fijne positie om je in te bevinden, de verpleegster weet dat ze niet hoeft te vrezen voor sociale of professionele consequenties van haar interventie.
Onlangs bracht ik bij een klantorganisatie een destructief patroon ter sprake – eentje waar ik zelf deel van uitmaakte. Dat hoort bij mijn opdracht, ongeacht de (on)veiligheid van het team waar ik mee werk. Wat in dit geval zo knap was, is dat mijn gesprekspartner die vaststellingen niet blindelings accepteerde of afwees, maar dat er een echte dialoog ontstond, waarbij we beiden ons perspectief konden toelichten, luisterden naar wat de ander vertelde, en tenslotte op zoek gingen naar een aanpak waar we allebei achter staan – en waar we allebei in zullen moeten groeien.
Dat gesprek was niet comfortabel, maar het had niet kunnen plaatsvinden in een omgeving die niet veilig was. Dus de volgende keer dat iemand jou zegt dat het team niet “veilig” voelt, vraag dan even door: niet veilig, of niet comfortabel? Want in een veilig team hoef je niet op veilig te spelen.