Als je een biodiverse ecosystem vergelijkt met een monocultuur, heb je amper uitleg nodig om te begrijpen dat pakweg een jungle veel meer veerkracht in zich draagt dan een agro-industrieel landschap.
- De éne heeft geen toevoeging nodig van externe meststoffen om te blijven groeien en bloeien, de andere wel.
- De éne wordt niet onderuit gehaald door één enkele schimmel of bacterie, de andere wel.
- De éne herstelt zich veel sneller van een ramp, zoals een brand, dan de andere.
En toch. Zowel in onze landbouw als in onze organisaties kiezen we graag voor een monocultuur. Dat is immers efficiënter. En ja, de jungle creëert dan misschien wel méér opbrengst dan die monocultuur, maar het oogsten is een stuk moeilijker.
Dat klopt, en dat klopt ook voor organisaties. Elke matig getalenteerde manager kan een homogeen team leiden. Je kan eenvoudige regels toepassen, je behoudt gemakkelijk het overzicht, en je weet exact wat er op elk moment gebeurt. Comfortabel, zeker. Efficiënt, wellicht. Maar effectief? Nee, dat niet.
Want onze organisaties functioneren niet in een maakbare en controleerbare wereld. Onze maatschappij is divers, en die diversiteit verdwijnt niet door ze te ontkennen. Onze economie staat voor enorme uitdagingen, en je droomt als je denkt dat die uitdagingen geen impact gaan hebben op jouw team. Dan heb je nood aan creativiteit, aan innovatie, en aan veerkracht. Allemaal zaken waar diverse teams zoveel beter in zijn. Niet vanzelf, en niet in handen van een matig getalenteerde manager, dat niet. Wél als dat team mag functioneren in een organisatie waar ruimte is voor flexibiliteit en autonomie. Hoe zit dat bij jullie?